Ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties

5 mei 2015

Op 23 april 2015 heeft de Staatssecretaris van Financiën een besluit gepubliceerd waarin hij aangeeft hoe moet worden omgegaan met de wijzingen in het OESO-commentaar van 15 juli 2014 in verhouding tot de jurisprudentie van de Hoge Raad bij de belastingheffing over ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties.

Vanuit Nederlandse fiscale optiek is het OESO-commentaar voor de uitleg van bilaterale belastingverdragen van groot belang. Echter, tot 15 juli 2014 gaf het OESO-commentaar geen duidelijkheid over de heffingstoedeling van ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties.

Mede gezien dit vacuüm heeft de Hoge Raad op 11 juni 2004 in een tweetal arresten gewezen, waarin het aangeeft dat de heffingsbevoegdheid over ontslagvergoedingen die in het algemene zin verband houden met de dienstbetrekking in beginsel moet worden verdeeld op basis van het arbeidsverleden, tenzij bijzondere omstandigheden een andere verdeling rechtvaardigen. De periode die hierbij in aanmerking moet worden genomen is de laatste vier kalenderjaren voorafgaand aan het ontslag en de periode van 1 januari tot aan de datum van het ontslag. Tevens is van belang dat de ontslagvergoeding ten laste is gekomen van een werkgever in de werkstaat (of van een vaste inrichting of een vast middelpunt aldaar).

Het nieuwe OESO-commentaar van 15 juli 2014 gaat uit van een andere verdeling van de heffingsbevoegdheid dan de richtlijn die de Hoge Raad heeft gegeven. Het OESO-commentaar gaat uit van de verdeling van het heffingsrecht over het reguliere loon dat ter zake van de werkzaamheden in de laatste twaalf maanden van uitoefening van de dienstbetrekking is betaald. Het is daarbij niet van belang of de ontslagvergoeding ten laste van een werkgever (of vaste inrichting of vast middelpunt) in de werkstaat is gekomen.

De Staatssecretaris van Financiën geeft nu in het onderhavige besluit aan dat in het vervolg het nieuwe OESO-commentaar als uitgangspunt zal worden genomen bij de beoordeling van de heffingstoedeling over ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties. Hierbij blijven volgens de Staatssecretaris de arresten van de Hoge Raad van 11 juni 2004 van toepassing op ontslagvergoedingen die voor 15 juli 2014 zijn genoten. Voor ontslagvergoedingen die met ingang van 15 juli 2014 zijn genoten geldt het nieuwe OESO-commentaar. Indien hierbij in concrete gevallen dubbele belastingheffing optreedt, zal Nederland dit via een onderling overlegprocedure trachten op te lossen.